Molen De David
Een nieuwe website, een nieuwe blog. Historische onderwerpen genoeg om over te schrijven, mijn hoofd zit daarvoor vol genoeg! Toch hoef ik niet lang na te denken over een eerste onderwerp. De laatste tijd heb ik veel van mijn (vrijwillige) tijd gestopt in een uniek project, namelijk Molen De David in Warffum. Al mijn leven lang ben ik ‘gegrepen’ door molens, uiteraard in de figuurlijke en positieve zin van het woord. Iets meer dan twee jaar geleden kwam De David op mijn pad. Een klein verweesd molentje dat nodig gerestaureerd moest worden. Maar molens restaureren kost geld, ook al is het in dit geval maar een hele kleine molen. De David was in 2011 helaas tweede geworden bij de Nationale Molenprijs van de Bankgiroloterij. In november 2012 kwam het tot het besluit om een stichting op te richten met het doel alsnog het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Mijn eigen functie in het geheel is die van secretaris en sinds de plaatsing van de molen in Openluchtmuseum Het Hoogeland ben ik door dat museum ook benoemd als beherend (vrijwillig) molenaar.
Wat maakt dit molentje zo uniek? Dit is vooral het doel waarmee de molen destijds naar alle waarschijnlijkheid gebouwd is. De molenmakers Christiaan Bremer en Klaas Kremer hebben de kleine molen in 1890 gebouwd om de zogenaamde zelfzwichting te demonstreren. In het kort uitgelegd is dat het vervangen van de zeilen op het wiekenkruis van de molen door houten kleppen die tijdens het draaien van de molen bediend kunnen worden en waarmee de draaisnelheid van de molen kan worden bepaald. Bepaald nieuw was deze vinding niet, men kende het al in de 18e eeuw in Groot-Brittannië, maar in Nederland had het vrijwel geen voet aan de grond gekregen. De kleine molen van Bremer bracht daar verandering in, in 1891 werd de koren- en pelmolen Eva in Usquert herbouwd door Bremer met het zelfzwichtingssysteem. In de jaren daarna zouden vrijwel alle Groninger molens met dit systeem worden uitgerust, evenals op vele molens in de andere noordelijke provincies en in mindere mate in andere gebieden van Nederland.
Wat voor revolutie in molenland de kleine dappere molen ook ontketende, zijn eigen geschiedenis was iets minder rooskleurig. De molen werd in 1894 opgebouwd op een houten onderbouw in Thesinge en ging daar als lattenzager dienstdoen. Na een veertigtal jaren op die wijze zijn diensten te hebben bewezen verdween de molen in opslag bij de firma Bremer en kwam tientallen jaren later na vele omzwervingen terecht bij Piet Groot in Winsum. Nadat pogingen om de molen in eigen beheer te restaureren waren gestrand kwam het Warffumer openluchtmuseum in beeld. En daar staat die nu na heel veel bloed, zweet en tranen te pronken!! Een prachtige aanwinst voor het museum en voor de molenwereld. Voor het laatste beetje is er echter nog wel geld nodig: er moet nog een lintzaag in de molen worden geplaatst en bovendien moet het terrein rond de molen nog verder worden ingericht. Benieuwd geworden naar het project of wil je het project (financieel) steunen? Kijk op Molen De David!